call
Bel ons op+31 6 21 14 46 65

Vitaliteit vraagt om moed

Vitaliteit staat bij veel organisaties hoog op de agenda.
Toch blijkt het in de praktijk vaak lastig om het echt te laten leven.
Tijdens het Nationale Vitaliteitscongres in het AFAS Theater kwam één inzicht steeds terug:
vitaliteit gaat niet over meer doen, maar over beter luisteren.

Een dag vol kennis, herkenning en open gesprekken over hormonen, mentale gezondheid en de moed om stil te staan bij wat mensen werkelijk nodig hebben.

Hormonen op het werk – van weten naar begrijpen

De ochtend begon met een onderwerp dat nog weinig ruimte krijgt binnen organisaties: de invloed van hormonen op vrouwen in verschillende levensfasen.

De trainer liet zien hoe de hormonale cyclus invloed heeft op energie, concentratie en stemming.
Ze beschreef hoe oestrogeen zorgt voor focus en creativiteit, terwijl progesteron juist rust en reflectie vraagt.
Door dit patroon te herkennen, kunnen vrouwen hun werkritme beter afstemmen op hun energie – en kunnen leidinggevenden daar rekening mee houden.

Een deelnemer zei het treffend:

“Ik wist niet dat de cyclus zoveel invloed had op mijn concentratie. Het is alsof ik mijn eigen handleiding eindelijk begrijp.”

Ook de overgang kwam uitgebreid aan bod.
Niet als medisch onderwerp, maar als werkrealiteit.
De trainer benoemde signalen als vermoeidheid, opvliegers, kort lontje of concentratieproblemen – symptomen die vaak verward worden met stress of burn-out.

Een herkenbare casus maakte het concreet:
een leidinggevende, Peter, sprak met een medewerker, Anja (43), over haar verminderde energie.
In het eerste gesprek deed hij aannames (“Ik denk dat je in de overgang bent”), maar in de tweede oefening leerde hij luisteren, toestemming vragen en afstemmen.
Het verschil?
Anja voelde zich gezien, durfde te delen wat ze nodig had en dacht mee in oplossingen.

Vitaliteit begint niet bij beleid, maar bij aandacht voor wat er écht speelt.

Mentale gezondheid – verbinding als sleutel

In de middag ging het gesprek verder over mentale gezondheid en veerkracht.
Een psychiater deelde zijn ervaring uit de GGZ en sprak over de paradox van de moderne zorg:
we verlengen levens, maar maken ze niet altijd leefbaarder.

Hij liet zien dat mentale problemen niet alleen individueel zijn, maar diep verweven met werkcultuur en samenleving.
De prestatiedruk, de constante bereikbaarheid en het gebrek aan herstelmomenten maken mensen vermoeid en onrustig.
Een kwart van de Nederlanders ervaart jaarlijks psychische klachten.

De spreker gaf voorbeelden van organisaties die vitaliteit vanuit gemeenschap en zingeving benaderen.
In IJsland wordt bijvoorbeeld gewerkt met ‘weerbaarheidsprogramma’s’ waarin jongeren via sport, muziek en groepsactiviteiten leren vertragen.
Dat collectieve denken – ook wel social prescribing genoemd – kan net zo goed worden toegepast op de werkvloer.

Mentale gezondheid vraagt niet om meer protocollen, maar om meer aanwezigheid.

De psychiater gaf een eenvoudige maar krachtige suggestie:

“Begin een gesprek niet met ‘hoe gaat het met je werk’, maar met ‘hoe gaat het met jou’.”

Het gaat niet om therapie, maar om menselijkheid.
Een luisterend oor, een open houding en de durf om ongemak toe te laten.

Een organisatie die ruimte biedt voor rust, reflectie en eerlijkheid, bouwt aan duurzame veerkracht – niet door projecten, maar door houding en voorbeeld.

De rol van organisaties

De cultuur binnen een organisatie bepaalt of mensen zichzelf kunnen zijn, ook op dagen dat het minder goed gaat.
Vitaliteit vraagt geen groot beleid, maar kleine, consequente keuzes.

Dat betekent:

  • Tijd maken voor gesprekken over energie en herstel.
  • Oog hebben voor wat het lichaam vertelt.
  • Ruimte bieden om te leren van kwetsbaarheid.
  • Leiderschap tonen door vragen te stellen in plaats van conclusies te trekken.

Tijdens de dag kwamen ook concrete suggesties voorbij:
kleine aanpassingen in werktijden, herstelmomenten inplannen of tijdelijk thuiswerken kunnen al een groot verschil maken.
Het zijn interventies die niets kosten, maar wel waarde opleveren.

Een vitale organisatie herken je niet aan sportprogramma’s of fruitmanden, maar aan de vrijheid om te zeggen:

“Vandaag is het even te veel.”
En dat dat mag.

Een andere kijk op vitaliteit

Vitaliteit is geen staat van perfectie.
Het is het vermogen om te bewegen, te herstellen en betekenis te blijven ervaren – juist als het schuurt.

Hormonen, emoties, stress en gedrag zijn geen losse thema’s; ze vormen samen de menselijke realiteit op het werk.
Als daar ruimte voor is, groeit veerkracht vanzelf.

Echte vitaliteit is niet wat we doen, maar hoe we met elkaar omgaan.

De Vitaliteitsdag in Leusden liet zien hoe belangrijk het is om lichaam en geest niet langer als aparte domeinen te zien.
Fysieke en mentale gezondheid beïnvloeden elkaar voortdurend.

Vitaliteit is geen verantwoordelijkheid van één persoon of afdeling, maar van de hele organisatie.
Ze ontstaat wanneer kennis, aandacht en moed samenkomen – in kleine, betekenisvolle momenten van oprechte interesse.

Vitaliteit begint bij mensen, maar pas in organisaties krijgt het betekenis.